In de Kempen verblijven al minstens 14.000 jaar lang bijna onafgebroken moderne mensen (‘homo sapiens’). Heel lang leefden ze als rondzwervende jager-verzamelaars die benutten wat de natuur te bieden had. Ongeveer 7.000 jaar geleden ontmoetten ze mensen met een voor hen vreemde levenswijze: landbouwers uit het oosten die grote boerderijen op de Haspengouwse leemgrond bouwden en die akkers bewerkten. Heel langzaamaan maakte de levenswijze van jager-verzamelaar plaats voor een boerenbestaan. Het proces verliep met vallen en opstaan en nam eeuwen in beslag. Waarom, hoe, waar, wanneer precies de levenswijze van de mensen veranderde, is één van de boeiendste maar ook moeilijkste vraagstukken van de archeologische wetenschap. Een opgraving, gevolgd door verder onderzoek, in Koersel (Beringen) werpt meer licht op de periode van de eerste Kempense boeren.