Afbeelding
jeanne-brabants-collage

Duik samen met Zoë in de Belgische dansgeschiedenis

Ken je dat fluisterspelletje nog waar de oorspronkelijke boodschap iets helemaal anders wordt aan het einde van de kring? Choreograaf Zoë Demoustier onderzoekt op een gelijkaardige manier hoe we het werk van de wereldberoemde Vlaamse Golf kunnen reconstrueren, bewaren of juist transformeren.

Zoë Demoustier
29, Brussel, choreograaf en performer

Afbeelding
Zoë Demoustier  29, Brussel, choreograaf en performer

 

Wat is de Vlaamse Golf juist en wie heeft die veroorzaakt?

"Het gaat over een generatie dansers en choreografen die dans als theatergenre hebben vernieuwd en dan vooral in de jaren 80. Anne Teresa De Keersmaeker, Wim Vandekeybus, Alain Platel, Marc Vanrunxt en Jan Fabre zijn de makers die vandaag nog het meest voelbaar zijn. Maar daar begint meteen het probleem, want er zijn natuurlijk nog veel meer makersuit die tijd die het misschien niet hebben gemaakt of uiteindelijk iets anders gingen doen. Daarom is het interessanter om te kijken naar de periode zelf, waarin alles in een stroomversnelling terechtkwam.

Die generatie heeft veel betekend voor België en ons dansonderwijs, maar toerde ook internationaal. We zitten nu op een soort kantelpunt omdat zij aan het einde van hun carrière staan en jonge makers stilaan ook naar ander werk kijken als referentiepunt.

Je kan in het archief duiken van de makers van toen en heel tastbare bronnen gebruiken, maar in mijn onderzoek ligt de focus sterk op de (onbetrouwbare) toeschouwer. Dat vind ik heel spannend want hun herinneringen zijn veranderlijk en subjectief. Via oproepen probeer ik mensen te interviewen die in dat tijdperk in de zalen zaten. Aan de hand van hun geheugen probeer ik het materiaal te reconstrueren.

Natuurlijk kruipen er op die manier fouten in en transformeert het materiaal automatisch. Het is een zoektocht om de kern van hun werk te bewaren en er dan toch iets nieuws van te maken. De bedoeling is dat mijn onderzoeksmethodes hierna gebruikt kunnen worden in scholen zodat een nieuwe generatie ermee aan de slag kan en diversere lichamen het werk van toen kunnen spelen."

Hoe voelt het om als artiest het werk van anderen wetenschappelijk te onderzoeken?

"Als student begon ik eerst aan een opleiding Nederlandse mime. Daar leerde ik mijn ervaringen te vertalen naar dansbewegingen met betekenis. Daarna heb ik regie gestudeerd aan het RITCS om ook zelf voorstellingen te maken. Tot slot begon ik aan een opleiding culturele studies om onze impact als maker te begrijpen.

Mijn project zit op twee sporen: het onderzoek en de voorstelling die ik daarop baseer. Je kan akkoord gaan of niet met hoe vergelijkbaar de voorstelling zal zijn met het bronmateriaal, maar het gaat hier wel over levend erfgoed en dat is moeilijk te registreren. Toch willen we dat erfgoed graag herbeleven en ik denk dat mijn methodes daar een laagdrempelige oplossing voor kunnen bieden.

Tegelijk ben ik op zoek naar hoe mijn output nieuwe vormen kan krijgen. Zo maakten we onlangs een kortfilm van mijn voorstelling What Remains om een breder publiek te bereiken. Je geeft jezelf als maker meer bestaansrecht door op allerlei manieren je werk te documenteren.”

Hoe kan een toeschouwer de herinneringen van een voorstelling zo goed mogelijk bewaren?

"Vorig jaar stond ik met mijn solovoorstelling in het Theater im Ballsaal in Bonn. Daar lieten ze vrijwillige toeschouwers toe op het podium na de voorstelling. Ze werden gevraagd om de voorstelling na te dansen met hun ogen dicht. Het was heel mooi om te zien hoeveel mensen zich nog konden herinneren op zo’n lichamelijke manier. Dat is niet per se nodig, maar je kan zo wel je eigen lichaam gebruiken als archiefen daar hoef je geen getrainde danser voor te zijn."

Interview door Yannick Vertommen van Publiq voor UiTX  Spotlight.

 

Bewegen en Bewaren: geïnspireerd door Jeanne Brabants 27 april - Letterenhuis, Antwerpen

"Het Letterenhuis vroeg me om aan de slag te gaan met het werk van Jeanne Brabants, de pionier die de Koninklijke Balletschool heeft opgericht. Ik kende haar werk zelf nog niet zo goed, maar het is heel interessant om in aanraking te komen met de inspiratiebronnen van de makers waar ik onderzoek naar voer. We gaan aan in deze workshop de slag met foto’s en recensies om scènes na te spelen of tekenen."