Afbeelding
Léon Stynen, ontwerp voor een openluchtzwembad in Chaudfontaine, circa 1938 (niet uitgevoerd) (collectie VAi)

Sport & Architectuur door het Vlaams Architectuurinstituut

Herinner je je nog hoe je als kind met knikkende knieën in de turnzaal stond? Hoe je je eerste baantjes trok in het lokale zwembad? Of wat er door je heenging tijdens die ene iconische voetbalmatch in het stadion van je jeugd? Sportinfrastructuur is meer dan beton en baksteen. Het is een deel van ons collectief geheugen en vormt een materieel ankerpunt van onze herinneringen. Het zijn plekken van bloed, zweet en (vreugde)tranen, van spanning en ontspanning, van individueel doorzettingsvermogen en samenhorigheid. 

In het kader van Erfgoeddag zet het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) enkele sportgerelateerde stukken uit zijn collectie in de kijker. En die zijn meer dan het bekijken waard.

Plaatsidentiteit

Denk je aan sport, dan denk je automatisch ook aan een iconisch stadion, een legendarisch zwembad of een historische atletiekpiste. Sportbeleving is immers vervlochten met de plaats: een herinnering blijft bestaan wanneer die verbonden is met een specifieke plek. Toch kwam de bouw van sportinfrastructuur maar pas echt op gang in de jaren 1920. Dat had alles te maken met de middenklasse, die sport en lichaamsbeweging als een waardevolle vrijetijdsbesteding ging zien. 

De sociale rol van sportinfrastructuur

We zeiden het al, sportinfrastructuur is meer dan een terrein of piste. Het is een plaats van ontmoeting. Denk maar aan badhuizen en zwembaden, die vanaf de 19e eeuw het sociale leven van de stedelijke bevolking mee vormgaven. Ook sportzalen, turnhallen en voetbalterreinen vervulden deze verbindende functie. Ze boden – en bieden nog steeds – ruimte aan sportclubs, buurtverenigingen, schoolactiviteiten en evenementen, en speelden zo een verbindende rol tussen mensen van uiteenlopende achtergronden. In veel gevallen vormen ze ook nu nog het kloppende hart van een wijk of gemeente.

Politiek instrument

Ook op politiek vlak werd sportinfrastructuur een speerpunt. Dankzij de groeiende welvaart na de Tweede Wereldoorlog kreeg de gewone man veel meer vrije tijd. Onder het motto van algemene volksverheffing zette de Belgische overheid volop in op nieuwe en grootschalige vrijetijdsinfrastructuur om die vrijgekomen tijd zinvol in te vullen. Vooral in kleine gemeenten en steden doken in de jaren 1960-1970 verschillende nieuwe sportgelegenheden op. 

Ontdek het sportieve erfgoed van het VAi

Benieuwd naar hoe deze infrastructuur eruitzag en evolueerde doorheen de tijd? Op de website van het Vlaams Architectuurinstituut vind je een selectie ontwerptekeningen, tijdschriftcovers en historische beelden die deze rijke sportgeschiedenis in beeld brengen. Van het legendarische Koning Boudewijnstadion tot bescheiden gemeentelijke sporthallen, elk stuk vertelt een verhaal over de tijdsgeest, het ontwerp en het maatschappelijk belang van sport in Vlaanderen.

Naar: Dirk Laureys, sport en architectuur

 

Het Vlaams Architectuurinstituut (VAi)

Het Vlaams Architectuurinstituut is de referentie voor architectuurcultuur in Vlaanderen en Brussel. Het heeft als missie om het publiek attent te maken op het belang van een goed ontworpen leefomgeving, maatschappelijk debat over het ontwerp van gebouwen/steden te stimuleren en kennis over architectuur te verspreiden. In De Singel in Antwerpen kan je doorheen het jaar terecht voor tentoonstellingen, lezingen en debatten.